Zussen Roeltje en Ada samen met pensioen
Twee zussen, geboren in het Drentse Zuidwolde en opgegroeid in Hoogeveen, gaan met pensioen. Al bijna hun hele leven onafscheidelijk. Niet alleen als familie, maar ook als collega’s. Want Roeltje Hop en Ada Kriekjes stoppen met hun baan bij medisch servicecentrum in Beilen om te gaan genieten van hun vrije tijd.

Ze deelden lief en leed, werkten de afgelopen jaren samen in de zorg en stonden altijd klaar voor anderen – én voor elkaar.
In een knus huis in Zuidwolde, met vier meiden op één slaapkamer, begon het verhaal van Ada en Roeltje. Geboren in een warm en gastvrij gezin met vader en moeder De Lange, een broer en vier zussen. Er was altijd ruimte voor een extra bord aan tafel. “Alles kon altijd,” zegt Ada, de jongste van het gezin.
Ze groeiden op in Hoogeveen. “Onze vader was een echt zorgmens,” vertelt Roeltje. “Hij zorgde jarenlang voor onze moeder, die Parkinson had. Tot het echt niet meer ging.” Die zorgzaamheid zit in hun DNA. Het is dan ook geen verrassing dat beide zussen hun weg vonden in de zorg – ieder op haar eigen manier. Ze schelen 1 jaar en 10 maanden. Roeltje: “Ze dachten vroeger dat we een tweeling waren. Zo hecht zijn we altijd geweest.”
Van kraamzorg tot zorgcentrale
Op de basisschool riep Ada het al: ‘ik word kraamverzorgster’. Ze volgde haar opleiding in Assen, intern, met een strenge hoofdzuster aan het roer. “We sliepen met een groep meiden op zaal. Het was reuzegezellig met elkaar,” lacht ze. “Maar het was ook keihard werken.”
Ze bleef uiteindelijk twintig jaar in de kraamzorg, wat begon bij het Groene Kruis. “Ik dacht: als ik dit twee jaar volhoud, dan ben ik er wel klaar mee." Maar ze bewees het tegendeel. Ze zag zelfs vele tantezeggers geboren worden. “Ik was bij de bevallingen van mijn zussen, bij die van schoonfamilie en ook bij die van de vrouw van mijn broer. Dat gaf een bijzondere band. Je bent er op zo’n kwetsbaar moment bij.”
Ik riep op de basisschool al: ik word kraamverzorgster. En dat ben ik geworden.
Nadat ze in 1990 beviel van dochter Sanne, in 1992 van zoon Bas en in 1995 van dochter Iris, bleef ze werken in de kraamzorg. “Mijn man Aaldert werkte altijd ploegendiensten. We communiceerden thuis met briefjes,” lacht Ada. “Want met ploegendiensten en werk in het weekend, moest je creatief zijn. Doordat Roeltje op de kinderen paste, was dat heel goed te combineren.” Toen er in roosters gewerkt ging worden, bleek het werk helaas niet meer met thuis te combineren. Daarom ging ze de planning van de kraamzorg doen bij De Kraamvogel. Maar ze miste ‘de kraam’ en ging nog één keer terug de kraamzorg in: bij haar vriendin. “En toen voelde ik aan alles dat ik er klaar mee was.”
De Kraamvogel zat in hetzelfde pand als Zorgcentrale Noord destijds in 2001. Daar zag ze de vacature voor centralist voorbijkomen. Ze solliciteerde en werd aangenomen. Een jaar later kwam de inzet voor de kraamzorg erbij. De functie kreeg toen de naam zorgcentralist. Dat werk doet ze nu bijna 25 jaar. “Toch miste ik het contact met de mensen, die kleine baby’s van de kraamzorg zitten in je hart." Naast haar werk bij Zorgcentrale Noord ging ze daarom één dag in de week aan de slag als neonatale screener bij Icare Jeugdgezondheidszorg. Bij pasgeboren baby’s deed ze in de thuissituatie de gehoortest en gaf de hielprik. “De combinatie was geweldig.” Vorig jaar februari stopte ze als screener en deze zomer ook bij Altide.
Geen dag was hetzelfde
Roeltje volgde een ander pad. Nadat ze de huishoudschool afrondde, kwam ze in de winkel te werken van haar zus en man in Hollandscheveld. “We verkochten witgoed, bruingoed en huishoudelijke artikelen. Toen ik 25 was en zwanger werd van oudste zoon Anco stopte ik met werken. Zo ging dat in die tijd.” Toen jongste dochter Marije 12 werd ging ze weer aan de slag. Eerst in de meubelfabriek en later in de feestwinkel in Hoogeveen.
Dat je met een goed gevoel een gesprek kunt afsluiten. Dat is het mooiste van het werk.
Tussentijds (2007 tot 2009) maakte ze al eens een stapje naar Zorgcentrale Noord, waarna ze aan de slag ging op de retourafdeling van een bedrijf in Dedemsvaart. Toen dat werk stopte kwam de zorgcentrale weer op haar pad. Dat was in 2018. “Ik ben er weer ingerold via Ada. Ik begon als LVR-medewerker. Een jaar later werd ik centralist. Dat ben ik altijd met veel plezier blijven doen bij Altide. Ik vond het spannend in het begin, vooral met de computer. Maar het wende snel. Geen dag was hetzelfde.”
Roeltje: “Dat je met een goed gevoel een gesprek kunt afsluiten. Dat is het mooiste van het werk.” Ada: “Mooi ook dat je de jongere generatie hun weg kunt laten bewandelen in zorgland. Want het is soms best ingewikkeld met alle regels en wetten waar je als cliënt mee te maken krijgt.”
Samen sterk – op werk én thuis
De band tussen de zussen is bijzonder. Ze trouwden zes weken na elkaar en woonden jarenlang vlak bij elkaar. “Onze kinderen zijn met elkaar opgegroeid,” zegt Ada. “En wij ook.” Roeltje paste op de kinderen van Ada, hielp op school, en werkte in het weekend.
Onze kinderen zijn met elkaar opgegroeid. En wij ook.
Ook op de werkvloer waren ze een team. “We konden altijd op elkaar rekenen,” zegt Roeltje. “En we werden regelmatig door elkaar gehaald aan de telefoon. Onze stemmen leken op elkaar. Dat leverde soms hele grappige situaties op.”
Warme gevoel overheerst
De zussen zagen de zorg veranderen. Van faxen en volle mappen met papieren tot digitale planningssystemen. Van vaste teams tot steeds wisselende collega’s. “Soms ging het te snel”, zegt Ada. “Maar het hield me ook scherp.” Roeltje vult aan: “Ik vond het spannend. Dan dacht ik ‘wat moet ik hier nu weer mee? Maar uiteindelijk viel het altijd mee.” Ada: “Ik heb wel eens iemand teruggebeld na een rotopmerking. Ik liet het me niet welgevallen.” Toch overheerst het warme gevoel. “Je kunt zoveel voor mensen betekenen. Dat is het mooiste.”
Een nieuwe fase, met vaders appelboom en kleinkinderen
Nu breekt een nieuwe fase aan. Roeltje schildert, past op haar kleinkinderen en fietst met haar man. “Ik ga leuke dingen doen. Mijn man is al twee jaar met pensioen. We willen meer fietsen, meer genieten.” Ada kijkt uit naar meer vrijheid, bezoekjes aan haar kinderen in Enschede en Den Bosch, en vrijwilligerswerk in de wijk. “Aaldert is beheerder van de wijkvereniging. Daar ga ik vast ook bij helpen.”
We hebben het samen gedaan. Dat is het mooiste wat er is.
Beide zussen stoppen bewust in de zomer met hun werk bij Altide. “Dan kunnen we echt vrij zijn,” zegt Roeltje. “In december word ik 67. Het is mooi geweest.” Ada stopt in juli, na 46 dienstjaren. In oktober wordt ze 65. “Ik heb mijn werk altijd met plezier gedaan. Niet voor niks zo lang.”
Mooiste wat er is
Wat blijft, is de band. “We zijn aan elkaar verbonden door alles,” zegt Ada. De herinneringen. De verhalen. En de appelboom van vader, die nu een mooi plekje heeft in de tuin van Ada. “We hebben veel meegemaakt,” zegt Roeltje. “Maar we hebben het samen gedaan. En dat is het mooiste wat er is.”